De Australian Silky Terrier (verder genoemd Silky) is een betrekkelijk jong ras, rond de eeuwwisseling ontstaan in Australië. De Silky is een kruising tussen de Australische Terrier, de Yorkshire Terrier, de Dandy Dinmont Terrier en de Broken Coated Terrier (een terrier met ruwe vacht). Deze laatste terrier verklaart misschien de wat stevige haarstructuur van de Silky vergeleken met de Yorkshire Terriër. De eerste benaming was Sydney Silky Terriër, waarschijnlijk omdat hij voor het eerst werd tentoongesteld in Sydney. Begin der jaren 1900 ontstond de eerste rasstandaard en in 1908 werd de eerste Australische club opgericht voor Sydney Silky Terriërs. Wat later is de naam verandert in Australian Silky Terriër. In 1962 werd het ras definitief door de F.C.I. erkend. Dit jaar kwamen de eerste twee Silky’s uit de Verenigde Staten naar Nederland. Ondanks dat ze nu vele jaren in Nederland zijn, is het aantal Silky’s zeer klein.
Zoals de rasstandaard voorschrijft, is de Silky compact, tamelijk laag op de benen (schofthoogte tussen 23 en 26 cm), met een verfijnde structuur doch met voldoende massa.
. Hij moet de typische terriëreigenschappen vertonen en is kwiek, levenslustig, levendig en goed gebouwd. Het rechte, zijdeachtige haar dat in een scheiding valt, ziet er goed verzorgd uit. De lengte van de vacht moet de actie van de hond niet belemmeren.
De kleur van de vacht is blauw tot grijsblauw. Rond de oren en neus en het onderste van de benen bruin.
Het gewicht is in verhouding met de grootte.
De bewegingen moeten vrij en zuiver zijn, zonder losse ellebogen en schouders. De achterhand moet grote stuwkracht hebben, zeer soepel zijn in knie- en spronggewrichten. Van achteren bezien mag de hond niet te nauw en niet te wijd staan.